BLUES LEE - TWENTY FIVE

 

"One foot firmly planted in the Mississippi mud, another kicking and grooving on a contemporary dancefloor"

Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Blues Lee heeft een album afgeleverd met de titel "Twenty Five" en dat is een vlag die de lading uitstekend dekt. Deze Limburgers begonnen in het verleden met het brengen van aangename blues en daarvoor gaat de stelling waarmee deze recensie begint bijna altijd op. Ik ben gek op vernieuwing in de popmuziek, maar blues moet gewoon klinken als blues. De blues van Blues Lee klinkt als blues en ik moet zeggen dat het heerlijk klinkt. Lekker doorleefd met een oerdegelijke ritmesectie, vet saxofoonspel, heel veel spetterend gitaarwerk, en natuurlijk een rauwe strot. Zo klinkt goede blues al vele decennia en dat moet ook nog vele decennia zo blijven als het aan mij ligt. Blues Lee beheerst echter meer dan dat. Van hun vroegere platen weten we dat ze het spelen van authentieke blues beheersen tot in de perfectie, maar "Twenty Five" bevat ook een aantal songs die vooral jazzy en funky klinken en een aantal songs die de paden van de rootsrock betreden. Ik geef eerlijk toe dat de bluesy songs in eerste instantie mijn voorkeur hadden, maar ook op andere terreinen kan Blues Lee uitstekend uit de voeten en het valt me op dat deze songs steeds beter worden. Probleem van Blues Lee is natuurlijk dat er heel veel bands zijn die dit soort muziek maken, waarvan de meeste waarschijnlijk ook een wat meer aansprekende naam hebben, maar ik moet zeggen dat ik in dit genre niet vaak platen hoor met de kwaliteit van "Twenty Five". Dit dankt de plaat vooral aan haar veelzijdigheid.

Inmiddels maakt Blues Lee dus al zo’n 25 jaar platen, wat tien jaar geleden hun vierde album "Indeed" opleverde. Ook toen brachten de bandleden al verschillende muziekstijlen samen, en was duidelijk dat Blues Lee zich niet tot één genre wil beperken en eerder graag buiten de lijnen wil kleuren. Dit album, net als zijn voorgangers, "Home" (2006), "In the Crack of the Map" (2003), "In the Crack of the Map" (2001) werden uitstekend ontvangen en daar valt niets op af te dingen. Toch komt deze Limburgse bluesformatie nu na tien jaar, na de eerder dit jaar verschenen singles "Work Hard" (video), "Don't You Come Running" (video) en "Never Ever" (video) met dit nieuwe album op de markt, en ik kan het alvast verklappen, het is een uitstekend American rootsalbum, dat op de valreep van 2020 moet worden gerekend tot de smaakmakers in het genre. De 11 songs van het door hun zelf geproducet, album "Twenty Five", zijn opgenomen in de periode 2019 /2020 in de Rootshouse Studio in Hechtel en bevat zoals we van deze band gewoon zijn tal van originals naast twee met verve gebrachte covers, Allen Toussaint's "Who's Gonna Help Brother Get Further" en "I Got Loaded" van Peppermint Harris uit1951 en weer uitgebracht in 1965 door Camille Bob en zijn toenmalige band.

De songs op "Twenty Five" klinken allemaal bijzonder aangenaam, mooie verhalen, mooi ingekleurd met een warm aandoend rootsgeluid. Het is een rootsgeluid waarin gitarist Jan Corthouts, drummer Carlo Smeyers en bassist Steph Collart de basis leggen en vooral meestergitarist Karel ‘Helix’ Phlix en zanger en saxofonist JB Biesemans voor de verdere inkleuring zorgen. Samen brengen ze een unieke rijke veelkleurige sound, waarbij zoals aangegeven op de cover, Blues, Jazz, Rock en Soul worden samengesmolten tot een nieuw geheel, 'Genuine Feel Good Music', zoals de band liefst zelf hun sound omschrijft, dansbare grooves dus om te feesten. En hun vertrouwelijke sound horen we meteen in de twee openers, de gedreven shuffle "Don’t You Come Running" en het latin / rumba getinte "Never Ever", waarin de doorleefde stem van JB Biesmans vooral centraal staat. Biesmans is een prima zanger, die herinnert aan groten in het genre, maar ik hoor zoals in "Never Ever" ook flarden Southside Johnny in zijn stem, en die hier en daar fraai gezelschap krijgt van de andere bandleden. En deze heren nemen je binnen hun geliefde groepscohesie verder op sleeptouw over het meer poppy "Flying High", het rockende "The Hard Way", het instrumentale "Ribery", om halfweg de plaat te swingen in "Who's Gonna Help Brother Get Further" en door dit tempo op te voeren blijft het album sprankelen en groeien.

En dat het rootsgeluid van Blues Lee verder lekker gevarieerd klinkt, horen we in het funky verweven "No More" waarin Jan Corthouts vocaal mag uitblinken, en dit voor we worden ondergedompeld in de jazzy aankleding van het instrumentale "‘Hooking", waarin de sublieme sax en het gevoelvol gitaarspel centraal staan, en is het gewoon genieten en relaxen. Het nieuwe jaar kunnen we alvast 'feestend' beginnen met de drie afsluiters, hun eerste single "Work Hard", het verhittende "I Got Loaded", en het door Karel Phlix geschreven "Halibut Hop", een intrumental van pure klasse en absolute originaliteit. Het pakt allemaal prachtig uit, hetgeen "Twenty Five" zeer attractief maakt. Dit album schakelt dan ook gemakkelijk tussen de hoger vermelde muziekgenres, maar draait ook haar hand niet om voor nachtclub jazz of hulde te brengen op de klanken van gitaar met een huilende sax aan Franck Ribéry. Zoals we weten is Blues Lee echt een live band in elke zin van het woord, en zijn ze op het podium met hun strak en smerig groepsgeluid, nog veel beter dan op de plaat, dat geldt immers voor de meeste muzikanten in dit genre, maar "Twenty Five" mag er zeker zijn. Een ieder die de aanschaf van een blues plaat overweegt adviseer ik om de nieuwe plaat van Blues Lee in huis te halen. Deze biedt immers een onvervalste portie stevige bluesy rootsmuziek van hoog niveau. En hopelijk krijg je volgend jaar weer zin om te dansen en te applaudisseren bij hun live shows, zoals 23 jaar geleden toen de band op de affiche van het BRBF in Peer prijkte en even later op Pukkelpop was, want wat hebben we dit vooral dit jaar gemist.


Artiest info
Website  
 

spotify

Label: Backstab Records

video